Commentaar Vrouwenpartij: toeslagaffaire ambtenaren voelen zich in de steek gelaten en gediscrimineerd. Maar dat is precies wat er gebeurd is met de slachtoffers, toch? En dat is bij hen wel vele jaren doorgegaan! Koekje van eigen deeg, hoor je zeggen. Wat een verschil is het om als ‘dader’ opeens aan die kant te staan als slachtoffer! Nu moet er wèl direct medelijden komen, is empathie op haar plaats en moet de menselijke maat worden toegepast?
Mannen houden er zelden rekening mee dat ze een keer aan de andere kant kunnen komen te staan. De empathie, eigen aan vrouwen, ontbreekt te vaak. In plaats daarvan zijn hardheid en gevoelloosheid, verguisd bij vrouwen, gewaardeerde eigenschappen in allerlei posities in de mannenmaatschappij. Is het in de evolutie van succesvol overleven niet noodzakelijk dat mannen hardheid en gevoelloosheid op gaan geven? Misschien waren die eigenschappen veel waard in het verleden, maar die waarde neemt zienderogen af.
Voorspelling Vrouwenpartij: De toekomst is ‘de kant van de ander zien’!
Vertrouwenscrisis bij Belastingdienst door toeslagaffaire
Bron: Financieel Dagblad
Door: Ulko Jonker
Ambtenaren voelen zich in de steek gelaten. Door de top, maar ook door de verantwoordelijke staatssecretarissen, zo blijkt uit interne chatberichten.De Belastingdienst is verwikkeld in een vertrouwenscrisis tussen de top en de werkvloer. Uit interne chatberichten die het FD heeft ingezien doemt een beeld op dat ambtenaren die altijd door dik en dun loyaal waren zich in de steek gelaten en verraden voelen. Door de ambtelijke top, maar ook door de politiek verantwoordelijke D66-staatssecretarissen Hans Vijlbrief en Alexandra van Huffelen.
‘De wederzijdse frustratie tussen politieke en ambtelijke top klotst tegen de plinten’, zo brengt een ambtenaar het deze week onder woorden op het intranet van de grootste overheidsdienst van Nederland. Bij belastingmedewerkers valt nu hetzelfde te horen als bij de slachtoffers van de toeslagaffaire. ‘Zo langzamerhand is mijn vertrouwen in onze werkgever en de hele overheid tot nihil gedaald.’