Commentaar Vrouwenpartij: een heel belangrijke ontwikkeling voor duurzame landbouw en veeteelt dat groene boeren gesteund worden. Als de regering dit advies navolgt dan is het een belangrijk signaal voor de radicale boeren die hiermee invloed en argumenten verliezen aangezien het advies de broodnodige zekerheid geeft die de boeren vragen.
Groene boeren worden beloond en niet-duurzaam voedsel wordt duurder, als het aan adviesraad ligt
Het nieuwe kabinet moet een systeem van beloningen opzetten voor boeren die extra moeite doen om hun bedrijf duurzamer te maken. Ook moeten er premies komen voor ‘groene diensten’ door boeren die bijvoorbeeld aan natuurbeheer doen of maatregelen nemen voor herstel van de biodiversiteit. Een nieuw op te richten onafhankelijke autoriteit moet daarop toezien.
‘Herenboeren Wilhelminapark in Boxtel is een coöperatie van burgers. De boer is in dienst van de coöperatie en verbouwt waar de leden om vragen. Deelnemende burgers kunnen op geregelde tijden hun deel van de oogst ophalen.’
Dat zijn de belangrijkste punten in het advies Boeren met Toekomst dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) donderdag aanbiedt aan minister van Landbouw Carola Schouten. Het Rli is een belangrijk adviesorgaan van de regering.
Om ‘groene’ boeren te steunen pleit het Rli ervoor de markt voor duurzaam voedsel te verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld door klimaat- en milieukosten door te berekenen in de prijs van voedselproducten. Voedsel dat niet duurzaam geproduceerd is, zou daardoor duurder worden. Dat geldt dan voor producten waarvoor veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt of die een hoge uitstoot van CO2 en stikstof veroorzaken, zoals vlees en zuivel. De kosten daarvan worden nu afgewenteld op de gemeenschap. Een alternatief is de btw verlagen op duurzaam voedsel.
Het Rli-advies richt zich met name op boeren die door willen gaan. ‘Er is de laatste tijd al veel gezegd en geschreven over boeren die al dan niet gedwongen moeten stoppen’, zegt landbouweconoom Krijn Poppe, een van de opstellers van het advies. ‘Wij zetten de schijnwerpers op de blijvers. Daar is ook aandacht voor nodig.’
Certificaat
Het Rli stelt dat er nog steeds een toekomst is voor boeren in Nederland. ‘De kunst is dat we daarvoor de boeren overhouden die voldoen aan de duurzaamheidseisen’, aldus Poppe. Volgens hem zijn er genoeg boeren die daar animo voor hebben. Die hebben dan wel behoefte aan duidelijkheid op de lange termijn en de vrijheid om vooraf vastgestelde doelen op hun eigen manier in te vullen.
Om daaraan tegemoet te komen pleit het Rli voor de oprichting van een nieuwe onafhankelijke autoriteit die certificaten uitreikt aan boeren. In die certificaten kan per bedrijf worden vastgelegd aan welke normen boeren moeten voldoen op het gebied van natuur, klimaat, bodem- en waterbeheer.
Boeren die boven de norm uitsteken of iets extra’s doen, moeten beloond worden. Daarvoor kan volgens het Rli een deel van Europese landbouwsubsidies worden gebruikt. Die worden nu grotendeels uitbetaald als subsidies per hectare grond. Nederland krijgt op die manier jaarlijks bijna 800 miljoen euro uit Brussel.
Handhaving
De nieuwe autoriteit zou ook worden belast met het toezicht op de naleving. Boeren die niet voldoen aan de eisen in hun certificaat kunnen worden bestraft met een boete of het gedeeltelijk intrekken van hun vergunning. In het uiterste geval kan een boer zijn certificaat kwijtraken.
Handhaving is een heikel punt, erkent Rli-voorzitter Jan Jaap de Graeff. Die schiet nu vaak tekort. ‘Door alles vast te leggen in één certificaat denken wij dat die handhaving gemakkelijker wordt.’ In de opzet van het Rli wordt elke boer jaarlijks gecontroleerd. ‘Je kunt het vergelijken met een APK-keuring’, aldus Poppe.
Om de omslag naar duurzame landbouw mogelijk te maken moeten volgens het Rli ook verwerkende bedrijven (slachterijen, zuivelcoöperaties) en supermarkten een bijdrage leveren. Als die uit zichzelf niet genoeg meewerken, kunnen ze verplicht worden een minimaal aandeel duurzame producten in te kopen. Het Rli suggereert tevens om zo nodig een verbod in te stellen op de import van veevoer van buiten Europa. In veevoer zit nu veel soja uit Brazilië. ‘Als je naar kringlooplandbouw wilt, moet je je voer van dichtbij halen’, aldus Poppe.
Landbouworganisatie LTO laat in een reactie weten blij te zijn met het pleidooi van het Rli om boeren meer vrijheid te geven bij het invulling geven aan duurzaamheidsdoelen. ‘Daarbij is maatwerk van belang’, aldus LTO-voorzitter Sjaak van der Tak. LTO heeft twijfels over het door de Rli voorgestelde certificeringssysteem. LTO is juist voor vereenvoudiging van regels. Een nieuw systeem, boven op al bestaande systemen draagt daar volgens de boerenorganisatie niet aan bij.
Uit gesprekken die de onderzoekers van het Rli hebben gevoerd blijkt dat onder boeren een groot wantrouwen bestaat tegen de politiek; boeren vinden zichzelf slachtoffer van onsamenhangend en wisselvallig beleid. Daar staat tegenover dat bij een groot aantal boeren de wens leeft om bij te dragen aan een duurzame landbouw.
Het idee om boeren te belonen voor zogenaamde groene diensten werd eerder al geopperd door een brede coalitie van natuurorganisaties, wetenschappers en bedrijven onder leiding van oud-minister van Landbouw Cees Veerman.
Lees hier het artikel: Groene boeren worden beloond en niet-duurzaam voedsel wordt duurder