Commentaar Vrouwenpartij: de toekomst ligt bij duurzaamheid. De economische motor wordt overgenomen door het nastreven van duurzaamheid. Onze kansen liggen bij verduurzaming en vergroening en daar is nieuw leiderschap voor nodig en dat is logischerwijs verjongd leiderschap. Oude leiders kunnen slechts star de winstprincipes volgen, jonge leiders zien hoogst verleidelijke doelen wenken aan de horizon.
De toekomst wordt vormgegeven door vrouwen en jonge mensen
De vrouwenpartij ziet dat de toekomst bij vrouwen en (heel) jonge mensen ligt. Het is een onomkeerbare trend. De oude wereld is voorbij en stort ongekend snel in daar waar visie ontbreekt. De juiste visie op de toekomst is essentieel, want bijsturen wordt steeds moeilijker wanneer de tijd je inhaalt voor je het weet.
Duurzame producten en technologieën krijgen automatisch een voorsprong in de huidige markt waar consumenten meer willen bijdragen aan vergroening. Het verhaal achter het product wordt steeds belangrijker bij hun aankopen. Kun je je onderscheiden met waarden, wordt dan de vraag. Geen toekomst voor een bedrijf zonder aansprekende waarden? Hoelang kun je als bedrijf nog megawinsten aan aandeelhouders uitkeren zonder aan de schandpaal genageld te gaan worden?
Megawinsten in tijden van lijden
Megawinsten door misbruik te maken van economische omstandigheden en die rijken rijker maken is op zich al onethisch en zeker als die megawinsten onttrokken worden aan duurzame oplossingen voor een wereld en een mensheid die niet kan wachten om gered te worden.
Hoeveel grote bedrijven hebben hun prijzen onnodig opgedreven ten tijde van corona en de oorlog in Oekraïne?
Wie zal licht vergeten dat Shell en Exxon 100 miljard euro winst maken ten tijde dat mensen in de kou zitten en hun voedsel niet meer kunnen betalen? Voor hoeveel procent inflatie zijn zij verantwoordelijk?
De oude generatie is aan haar einde gekomen, voorspelt de Vrouwenpartij. De tijd dat vrouwen en jonge mensen een tegenoffensief gaan vormen is aangebroken!
Lees hier het artikel: Een nieuwe wereld vraagt om nieuw leiderschap: “Het mag best wat vaker schuren in de bestuurskamer”
Bron: change.inc
Teun Schröder
1 februari 2023
Een nieuwe wereld vraagt om nieuw leiderschap: “Het mag het best wat vaker schuren in de bestuurskamer”
… op de ochtend ontvingen Change Inc. en Ebbinge ruim negentig directeuren en bestuurders voor de ‘Board Talk’; een ontbijtsessie met als overkoepelde thema ‘Hoe verander ik mijn huidige verdienmodel naar een duurzaam model?’
Naast Jan-Joost Bosman, algemeen directeur van matrassenproducent Auping, sprak Egbert Vennik, CEO van Hendrik Veder Group de aanwezigen toe. Het inmiddels 477 jaar oude bedrijf produceert touwen en kabels voor de maritieme sector. Het oudste onderdeel van het bedrijf leverde nog touwen aan de schepen van Michiel de Ruyter. Tijdens het ontbijt vertelt Vennik hoe zijn bedrijf steeds meer aandacht heeft voor het inzamelen en hergebruiken van kabels. “Onze financiële groei is grotendeels gebaseerd op onze duurzaamheidspropositie.”
De zaal zat vol met directeuren van maakbedrijven en producenten, maar ik zag ook namen voorbij komen uit de zorg, het onderwijs en het theater. Hoe komt het volgens jullie dat het thema duurzaamheid zo breed gedragen wordt?
Le Cuivre: “De opkomst was nog nooit zo hoog. De conclusie die ik hieruit trek is dat het thema leeft. De drijfveren zullen verschillen, maar dat het belangrijk is voor iedereen is bewezen.”
Vennik: “We zitten in een fase waarin mensen het idee hebben dat ze nu echt wat moeten doen. Ze zijn zoekende en benaderen duurzaamheid vanuit de moeite die ze moeten doen. Dan doe je jezelf en je organisatie echt tekort. In de zaal van vanochtend zag ik vooral mensen die er ook iets mee wíllen. Ze zien een economisch interessant model en benaderen duurzaamheid echt als een kans.”
In je presentatie tijdens het ontbijt gaf je aan dat de laatste jaren duurzaamheid de motor achter het economische succes van Hendrik Veder Group is. Geldt dat voor alle sectoren denk je?
Vennik: “Het is moeilijk om voor alle sectoren te spreken, maar het tegendeel ben ik tot nu toe nergens tegengekomen. In de kern gaat duurzaamheid over schaarste. En schaarste is nog steeds de sterkste economische drijfveer. Ruwe grondstoffen raken op en worden duurder, dus gerecyclede grondstoffen en circulaire verdienmodellen worden steeds aantrekkelijker. Duurzaamheid moet economisch interessant worden, anders blijft het iets voor de hobbyisten.”
Wat merkten jullie aan de gesprekken die aan tafel werden gevoerd vanochtend?
Le Cuivre: “Iedereen zit er vanuit zijn eigen situatie. Ik zat met iemand van een bedrijf dat kinderwagens maakt. Hun klanten stellen niet direct eisen aan duurzaamheid, maar zelf zijn ze druk bezig met het verduurzamen van hun toeleveringsketen en het ontwerp. Daarnaast zit je met mensen bij wie het verdienmodel juist draait om een duurzaam product of concept. Als die twee met elkaar in gesprek gaan, wordt het interessant.”
Bij Ebbinge koppelen jullie professionals aan leidinggevende posities in het bedrijfsleven en de publieke sector. Hierbij pleiten jullie voor ‘Echt leiderschap’. Wat houdt dit in?
Le Cuivre: “Wij vinden dat we een rol hebben in de zoektocht naar nieuw leiderschap. De traditionele leider richt zich voornamelijk op financieel succes. Terwijl duurzaamheid nu een veel belangrijker thema is geworden. Klanten vragen erom, net als de mensen binnen je bedrijf. Duurzaamheid is noodzakelijk voor de continuïteit van je organisatie. Tegelijkertijd verandert de wereld sneller dan ooit. Er zijn zoveel uitdagingen bijgekomen. Dat vraagt ook om een bepaalde wendbaarheid en de vaardigheid om op de lange termijn vooruit te kijken. Bij die veranderende wereld hoort nieuw leiderschap.”
Vennik: “De communicatie tussen mensen is nog nooit zo snel gegaan. Daarnaast is de kwetsbaarheid van de onderlinge afhankelijkheid in handel van goederen aan de oppervlakte gekomen. De uitdaging voor nieuwe leiders is hoe je daarmee omgaat.”
En hoe ga je daar volgens jou mee om?
Vennik: “Voor mij draait dat om luisteren. De van oudsher Angelsaksisch geschoolde ‘change manager’ wordt ergens naartoe gestuurd om te vertellen hoe men moet veranderen. Maar je merkt dat je daardoor steeds minder kennis opdoet. Pas als je het gesprek aangaat met je klanten en je mensen leer je hoe je op veranderingen kunt inspelen. Dat betekent ook praten met concurrenten, andere industrieën en andere generaties.”
“In mijn tijd vond ik het interessant dat ik snel naar het buitenland kon. Momenteel scoort dat niet zo hoog.”
Op welke manier betrekken jullie de volgende generatie bij jullie organisatie?
Vennik: “Als je nieuw talent aan je wilt binden, moet je eerst te weten komen wat zij belangrijk vinden. In mijn tijd vond ik het interessant dat ik snel naar het buitenland kon. Momenteel scoort dat niet zo hoog. De nieuwe generatie wil iets kunnen bijdragen aan de maatschappij. Bij Hendrik Veder kunnen we precies inzichtelijk maken welke duurzaamheidswinst we pakken met bepaalde inspanningen. Dat zijn nu de motivatoren van mensen.”
Le Cuivre: “Ook wij zijn op allerlei manieren bezig om jonge mensen op leidinggevende posities te krijgen. Dus niet meer de doelgroep van vijftigplus, maar juist van eind twintig. We doen dat bijvoorbeeld door ze veel gerichter te benaderen op sociale media. Binnenkort zitten we zelfs op TikTok.”
Ongemak in de bestuurskamer is een ander thema waar Ebbinge op aanstuurt. Wat betekent dit?
Le Cuivre: “Wat ons betreft mag het best wat vaker schuren in de bestuurskamer. Inzetten op duurzaamheid kan betekenen dat je marge omlaag gaat. Dat doet soms pijn. Durf je dat offer te maken en dat gesprek met elkaar aan te gaan? Maar ongemak gaat ook over andere thema’s, zoals diversiteit en inclusie. Iedereen roept dat het belangrijk is, maar benoemen dat dit tekort schiet brengt soms ongemak. Toch gaat het om het voeren van dat soort moeilijke gesprekken.”
“Tegelijkertijd merken we dat het beeld van de leider, ook bij vrouwen, toch nog steeds de man is. Te vaak wordt de ‘bekende weg’ gekozen. Dat moeten we doorbreken.”
Als ik in de zaal met directeuren van vanochtend kijk, zie ik nog steeds veel mannen.
Le Cuivre: “Dat valt meteen op ja. Man en vrij wit. Dus qua diversiteit is er nog veel te winnen. Met Ebbinge proberen we hier ook op te sturen. We vinden het belangrijk dat er meer vrouwen in de bestuurskamers komen evenals mensen met een niet-westerse achtergrond. Tegelijkertijd merken we dat het beeld van de leider, ook bij vrouwen, toch nog steeds de man is. Te vaak wordt de ‘bekende weg’ gekozen. Dat moeten we doorbreken.”
Hoe zit dat bij Hendrik Veder Group?
Vennik: “We voeren geen direct beleid op diversiteit. Je vindt weinig vrouwen in de fabrieken waar kabels worden gemaakt. Het is ook fysiek zwaar werk. Tegelijkertijd is het aandeel vrouwen bij ons op kantoor hard gegroeid. Dit gaat onbewust. Maar ik vind wel dat we concreter mogen maken wat wij op het gebied van diversiteit doen. Het is schrijnend dat we kampen met een krapte op de arbeidsmarkt. Terwijl negen van de tien keer HR (personeelszaken, red.) niet eens in de bestuurskamer zit. Terwijl HR het belangrijkste is wat er is.”
Zijn jullie hoopvol dat het nieuwe leiderschap binnen bedrijven op tijd het tij kan keren?
Vennik: “Nog steeds merk ik dat veel bedrijven moeite hebben om het bestaande los te laten. Je hoort in de bestuurskamer dat het roer om moet, maar ondertussen mag geen maand de marge naar beneden. Dat rijmt niet. Voor duurzaamheid heb je andere mensen, kosten en systemen nodig. In veel gevallen betekent dit dat je winst eerst naar beneden gaat, voordat die weer opklimt. Hoe langer je dat uitstelt, hoe groter de val gaat worden. Daarnaast moeten we niet onderschatten hoe groot de macht van het grote geld nog steeds is. Er is een groep die nog steeds zegt dat duurzaamheid ‘niet hun model is’. Banken spelen hierin ook een cruciale rol. Een veranderend verdienmodel beoordeelt een bank als riskante investering, terwijl de ondernemer de financiële steun juist nodig heeft. Tegelijkertijd zijn er veel dingen die me positief stemmen, zoals de nieuwe generatie. Het is de generatie die tijdens de stage bij de CEO aanklopt om kritische vragen te stellen.”
Le Cuivre: “Wij werken ook veel met private equity. Daar zie je steeds meer partijen die beseffen dat ze een rol te spelen hebben. Duurzaamheid komt steeds hoger op de agenda te staan. Langetermijnwaardecreatie gaat hand in hand met duurzaamheid. Waarbij kosten voor de baten gaan. Maar uiteindelijk kun je niet zonder duurzaamheidsstrategie.”
Vennik: “Ik bedenk me net iets waar ik het eigenlijk met Ebbinge over wil hebben. Duurzaamheid en leiderschap gaan over twee dingen. Het zien van kansen voor je organisatie en de zoektocht naar mensen die deze kansen benutten. Je kunt denken vanuit een product, maar er is ook een menskant. De toppers van je oude bedrijf, zijn niet meer de toppers van je nieuwe bedrijf. Organisaties komen naar Ebbinge als ze iemand nodig hebben, maar eigenlijk wil je daar een stap voor zitten. Welke kansen zie je als bedrijf? De volgende vraag is wat voor type mens daarbij hoort.”
Le Cuivre: “We stellen altijd de vraag aan tafel waar de kansen voor het bedrijf liggen. Maar dan moeten ze deze natuurlijk wel eerst zien. Ik kan me goed voorstellen dat bedrijven daar best een beetje mee geholpen kunnen worden. Uiteindelijk zijn het de mensen met commitment die een organisatie van binnenuit kunnen veranderen.”
Lees ook:
Steeds meer bedrijven zeggen duurzaamheid belangrijk te vinden. Deze 7 bedrijven voegen de daad bij het woord en gaan hun grootste duurzaamheidsuitdaging aan.