Blog

De brandstapelangst blussen – De Groene Amsterdammer

Commentaar Vrouwenpartij: een zeer uitgebreid en compleet artikel over de geschiedenis van heksenvervolging in Europa met vrouwenhaat op de achtergrond.

Het waarom achter vrouwenhaat
De vraag aan de Vrouwenpartij is natuurlijk wat zij denkt dat de oorzaak is van vrouwenhaat. Wij vrouwen hebben een eenvoudige en praktische uitleg.
De bron en oorzaak van vrouwenhaat: wanneer mannen niet tegen vrouwen opkunnen. De superioriteit van de man is zijn hoogste goed maar daardoor ook zijn zwakte. Wat kan een man nog als zijn superioriteit en waarde aangevallen wordt of onder druk komt te staan? Als het puntje bij het paaltje komt kan de man niet tegen de vrouw op. De vrouw heeft meer psychologische controle over de man, dan de man over de vrouw. Ook heeft zij een hogere controle over zichzelf dan de man over zichzelf heeft. In die situatie blijft er voor de man weinig anders over dan samenwerking, en als dat niet tot de mogelijkheden behoort kan hij zijn toevlucht zoeken bij geweld. Zijn superioriteit claimen via allerlei vormen van geweld.

Een reeële dreiging voor de man?
Door de maatschappelijke ontwikkelingen nemen vrouwen steeds vaker betere posities in, die ogenschijnlijk ten koste gaan van de overheersende positie van de man. Een eenvoudige parallel in de samenleving is het fenomeen discriminatie en racisme. Een reactie op de dreiging die de witte man denkt te voelen mbt zijn positie in onze samenleving. Die ‘anderen’ klein houden, effectief bedreigen en liefst wegpesten. Elke toename van die ‘anderen’ is een bedreiging van de eigen soort.
De Vrouwenpartij ziet geen reeële bedreiging voor de man mits hij kiest voor samenwerking in leven en werk en daarmee kiest voor een andere rolverdeling tussen man en vrouw in de samenleving van de toekomst. Een belangrijke factor daarin speelt de toekomst van de onderbuik.

De natuur van de hetze
Zoals bij de heksenvervolging is het creëren van een hetze het middel van geloof om de bedreiging in te dammen. Irrationaliteit is een onontbeerlijk ingredient van een hetze, of zoals tegenwoordig in een complottheorie. Zonder een diep geloof in de verhalen van de onderbuik, kan de onredelijkheid niet lang in stand worden gehouden. Rationaliteit heeft echter geen toegang tot de onderbuik en is zodoende geen bedreiging voor de macht van de onderbuik. Niemand kan met rationaliteit de irrationele onderbuik overtuigen van zijn ongelijk. De onderbuik moet de hoofdrol blijven spelen om irrationaliteit in stand te kunnen houden.
Op de vraag waarom rationele mensen toch complotdenkers kunnen worden ligt het antwoord bij de factor sensatie. Een rationeel persoon heeft ook een onderbuik en als het verlangen naar sensatie en intensiteit diep aanwezig is, is er ook bij een rationeel persoon de onderbuik die leidend en bepalend kan worden. Intelligentie is niet altijd een bescherming tegen stupiditeit, want intelligentie kan niet aan selectiviteit ontkomen. Het weglaten van een essentiële factor in het denken kan een volkomen onjuist beeld scheppen.
Tussen haakjes: de onderbuik is het kennisdomein van de vrouw. Door haar ervaring en kennis van de onderbuik kan zij veel beter omgaan met de realiteiten van alledag. De man heeft over het algemeen geen bewuste toegang tot zijn onderbuik, waardoor een vrouw meer over de man weet dan hijzelf. En met kennis komt controle.

De natuur van de onderbuik
De onderbuik draait op en om macht, geld en sex. Is het toevallig dat dat ook de belangrijkste ingrediënten zijn waar onze maatschappij op draait? Wij denken dat we intelligente en rationele wezens zijn, maar in de praktijk regeert onze onderbuik onafhankelijk van intelligentie en rationaliteit. Alsmaar meer macht, alsmaar meer geld, is geen rationele en houdbare strategie van leven. Het heeft weinig met intelligentie te maken en zoveel meer met hebzucht, het domein van de onderbuik. Alle argumenten voor macht en geld dienen alleen om de sensatie hebzucht te maskeren.

De wereld zonder onderbuik
Hoe zou de wereld er uit zien als macht en geld niet de hoofdrol zouden spelen en de onderbuik opgevoed? De hoofdrol zou dan automatisch ingenomen worden door waarden.
Samenwerken is neutralisatie en eerlijke verdeling van macht, harmonie volgt op de eerlijke verdeling van geld met eenheid als het resultaat van beide tezamen.
Een wereld van waarden is een wereld zonder onopgevoede onderbuik, een wereld met hart, een waar hart.

N.B. Politieke partijen kunnen gerangschikt worden naar onderbuik gehalte. De vraag is vervolgens: komt het onderbuikgehalte van uw partij overeen met het onderbuik gehalte in uw levensovertuiging?
Met zo’n rangschikking is het opeens niet vreemd meer dat Geert Wilders minister Kaag een heks noemt. Niet alleen Marokkanen maar ook onafhankelijke vrouwen zijn een bedreiging voor hem.

Lees hier het artikel: Waarom vrouwenhaat nog steeds de vorm van een brandstapel aanneemt

Waarom vrouwenhaat nog steeds de vorm van een brandstapel aanneemt
Joost de Vries
21 juni 2023

Het is het jaar des Heren 1589 en James VI, koning van Schotland, 23 jaar oud, heeft de liefde van zijn leven gevonden in de veertienjarige prinses Anne van Denemarken. Stoutmoedig vaart hij naar Kopenhagen en dingt naar haar hand.
Verliefd en verloofd stappen James en Anne kort daarna, letterlijk, in het huwelijksbootje. Maar dan breken stormen los, de Noordzee kolkt, schuim op de golven. Wekenlang moeten James en Anne zich schuilhouden voordat ze naar huis kunnen om hun echtelijke leven te beginnen. James weet wel wie het gedaan hebben. Heksen. Eenmaal thuis schrijft hij er een boek over: Daemonologie, over hoe heksen voortspringen uit de schoot van de duivel, hoe je ze herkent, en hoe je tegen ze moet optreden.
Anderhalf decennium later sterft de kinderloze Elizabeth I, The Virgin Queen, en erft James de Engelse troon, waarmee hij van James VI van Schotland terugtelt naar James I, omdat hij de eerste is die de kroon van Schotland met die van Engeland en Ierland verenigt. Nadat hij in zijn eerste jaren als monarch een katholieke aanslag overleeft, breekt onder hem een Gouden Era van cultuur aan – hij bestendigt het protestantisme, laat de bijbel vertalen, ondersteunt het werk van schrijvers als John Donne, Ben Johnson, Francis Bacon en William Shakespeare.
Uiteindelijk was Shakespeare ook maar een freelancer. Letterkundige James Shapiro beschreef al eens (in The Year of Lear: Shakespeare in 1606, 2015) hoe Shakespeare zijn pen doopt in James’ inkt. Vanaf het moment dat die op de troon zit, gebruikt Shakespeare bijvoorbeeld niet meer het woord ‘Engeland’ maar ‘Britain’ – omdat dat ook Schotland behelst. En hij past zijn thematiek aan: hij schrijft King Lear, over waarom je een verenigd koninkrijk nimmer moet opbreken, en Macbeth, over het gevaar van regicide, ingegeven door, inderdaad, heksen.
Het is het oerbeeld van de heks. In een donkere nacht op het Schotse hoogland fluisteren drie heksen de titelheld Macbeth een moordende ambitie in, die hem daarna via verzengend bloedvergieten tot de troon brengt: ‘Double, double toil and trouble/ Fire burn, and cauldron bubble, zingen de heksen boven hun toverketel. By the pricking of my thumbs/ Something wicked this way comes.’
Het is, nog steeds, een van Shakespeare’s meest gespeelde stukken.
Er zijn meer jaren des Heren te bedenken.
1487. In Straatsburg schrijft Heinrich Kramer een razend, giftig, brandend pamflet over het gevaar van heksen. Ze zijn de handlangers van de duivel, en ‘ze’ zijn vooral vrouwen – want vrouwen zijn het zwakke geslacht, het wispelturige geslacht – zie Eva in Genesis: makkelijk te verleiden door de slang. Zijn pamflet noemt hij Heksenhamer en het gaat, ongekend voor die tijd, in dertig jaar door twintig drukken heen.
1545. Karel V, keizer van het Heilige Roomse Rijk, aartshertog van Oostenrijk, heer der Nederlanden, bezoekt de ‘heksenwaag’ in Oudewater en ziet dat het goed is. Bij heksenvervolgingen door Europa heen worden beschuldigden gewogen (een heks kon amper iets wegen, anders kon ze immers niet vliegen). Volgens Karel wordt men alleen in Oudewater eerlijk gewogen – hij geeft Oudewater het privilege certificaten van weging uit te geven.
1625. Terwijl de Dertigjarige Oorlog in alle hevigheid is losgebarsten, vindt in Würzburg een eerste heksenproces plaats. Het jaar erop mislukt de oogst, geruchten gaan rond dat de onvoorspelbaar late vorst door duistere magie is opgeroepen. De heks is van de dam. Op het hoogtepunt wordt één op de drie inwoners van de stad voor heks uitgemaakt. In zes jaar tijd worden in de stad 219 mensen ter dood gebracht, en in de dorpjes om de stad heen nog eens negenhonderd mensen. Eerst zijn de slachtoffers vooral werkende vrouwen, maar al snel vallen ook vermogende mannen ten prooi, meer dan veertig priesters, de neef van de lokale prins-bisschop, en 49 kinderen onder de twaalf. Ze worden verbrand voor de deur van de Marienkapelle. Die Marienkapelle staat er nog steeds, wit en rood hout, in al zijn typische mid-Duitse suikertaarterigheid.
1644. De Engelse Burgeroorlog is dan al een paar jaar onderweg, pro-monarchistische en pro-parlementaire legers zwermen als sprinkhanen over het land en in de koude wintermaanden besluit ene Matthew Hopkins, een ‘minor gentleman’ in Essex, dat een bejaarde, eenbenige weduwe in zijn dorp een heks is. Samen met een andere provinciale notabele, John Stearne, trekt Hopkins daarna door Essex en Suffolk van dorp tot dorp, waar ze heks na heks aanwijzen. ‘Elke oude vrouw’, klaagt een dorpsbewoner, ‘met een gerimpeld gezicht, een frons, een harige bovenlip, een scheve tand, een scheel oog, een grote mond, wordt niet alleen verdacht, maar als heks veroordeeld.’
Hopkins en Stearne martelen ze, gooien ze in het water om te kijken of ze drijven, en richten à l’improviste – want door de burgeroorlog ligt de rechtspraak overhoop – rechtbanken op die doodvonnissen uitspreken. Hun heksenjacht duurt ongeveer anderhalf jaar. Ongeveer honderd heksen worden opgehangen, negen van de tien zijn vrouw.
1692. De puriteinen zijn de Atlantische Oceaan overgestoken, om verlost te zijn van de burgeroorlog en de gecorrumpeerde Anglicaanse Kerk. In Amerika hopen ze de godvrezende, lichtende stad op een heuvel te vinden. Ze trekken het land in, stichten dorpjes. Het bekendste dorpje zal Salem worden, de basis van beroemde films en nog beroemdere toneelstukken: de dochter en het nichtje van de lokale dominee, negen en elf jaar oud, krijgen aanvallen ‘die voorbij de macht van epilepsie’ gaan. Ze voelen zich als door naalden geprikt. Al snel krijgen andere meisjes in het dorp soortgelijke aanvallen, kinderen schreeuwen compulsief door een kerkdienst heen. In de heksenhysterie die volgt worden negentien mensen opgehangen, vijf sterven in de gevangenis, en eentje, Giles Corey, sterft door verpletting, als de aanklagers steeds zwaardere gewichten op hem leggen.
In Arthur Millers toneelstuk The Crucible roepen de aanklagers Giles Corey op om zijn schuld te bekennen, terwijl de berg stenen op hem groeit. Waarop Corey alleen zegt: ‘More weight.’
1997. Nadat er allerlei onverklaarbare gebeurtenissen om hem heen hebben plaatsgevonden, wordt een weeskind door een bebaarde reus aangesproken. ‘Harry’, zegt-ie. ‘Je bent een tovenaar!’
2023. Op een zonnige junimiddag in Amsterdam leggen misschien tweehonderd mensen, vooral vrouwen, witte bloemen op de Dam. De bloemen zijn voor vermoorde heksen. Wat ze willen is postume rehabilitatie – bewustwording en heling van ‘het historisch trauma’ dat de heksenvervolgingen hebben nagelaten.
Tegelijk vindt de presentatie plaats van een pamflet dat de week erop in de Bestseller 60 binnenkomt: Heksenmonument: Een pamflet over eerherstel voor onschuldige slachtoffers van de heksenvervolgingen, met een voorwoord van Manja Bender, Bregje Hofstede en Susan Smit. Ze schrijven: ‘Ze waren vroedvrouwen, genezeressen, vrouwen met kennis van planten, wortels, paddenstoelen en kruiden, die uiteindelijk zijn verdreven uit hun beroepen ten behoeve van de opkomende medische professie, waarin alleen plek voor mannen was. Ze waren gewezen minnaressen, verkrachte of bezwangerde vrouwen die uit de weg moesten worden geruimd, ze waren buurvrouwen die geen blad voor de mond namen.’
De geschiedenis van de heksenvervolging is een geschiedenis van misogynie, bepleiten ze: ‘Als het kale bezit van een vulva al genoeg kan zijn om aan de galg te eindigen, waarom vinden we het dan toch zo moeilijk om onder ogen te zien dat heksenvervolgingen inderdaad vrouwenvervolgingen waren?’
De heks hangt al langer in de lucht. Ze zweeft op haar bezemsteel tussen de wolken, terwijl op de grond steeds meer plekken voor haar worden vrijgemaakt waar ze veilig kan landen.
Toenmalig premier van Schotland Nicola Sturgeon bood op Internationale Vrouwendag vorig jaar nog formele excuses aan, aan iedereen die geleden had onder de ‘Witchcraft Act’ van 1563. Het Zwitserse kanton Glarus verleende postuum gratie aan Anna Göldi, in 1782 de laatste vrouw die officieel wegens hekserij in Europa ter dood werd gebracht. Ook Salem verleende een paar jaar terug nog postuum gratie aan een van de terechtgestelde heksen.
In de boekhandel vullen planken zich ondertussen met recente titels als De wijsheid van de heks, De weg van de heks, Het hart van de heks, De vrouw als zondebok: Over heksen, brandstapels en onteigening, Heksen: Eerherstel voor de vrouwelijke rebel. De boeken staan niet in de geschiedenishoek, maar bij gender- en feminismevraagstukken.
Eerder dit jaar verscheen Heks! Heks! Heks! van Jente Posthuma. Het is een elegant boek; drie kraakheldere hervertellingen van middeleeuwse heksenverhalen, waarbij de gedemoniseerde, verkrachte, vermoorde heks steevast weinig minder verkeerd doet dan weigeren te luisteren naar een dominante man. Posthuma sluit af met het essay Trut (goede titel), waarin veel aan bod komt: de manier waarop mannen seks opeisen, hoe je je als vrouw altijd moet verweren, hoe vrouwen vanuit een intergenerationele ‘brandstapelangst’ leren niet te veel op te vallen, niet een te grote mond te hebben. Posthuma wordt getriggerd door de historische heksenvervolgingen – ze leest een interview met de Utrechtse cultuurhistoricus Steije Hofhuis die zegt dat die vervolgingen niet zozeer vanuit een patriarchale vrouwenhaat werden gedreven, maar zich volgens een darwiniaans model evolueerden aan de hand van de dominante ideeën, angsten en voorkeuren – waardoor ze telkens nieuw leven kregen.
Het stoort Postuma mateloos (Trut is een fijn onredelijk essay over onredelijkheid), en nog meer dat Elma Drayer (titelverklaring) van de Volkskrant het voor Hofhuis opneemt en columniseert dat het een verademing is dat er eens een wetenschapper aan het woord komt die heksen niet louter ideologisch duidt.
Dus: ‘De vrouwen onder de wetenschappers bedienen zich van klepkolder en de mannen doen gedegen onderzoek en zijn bedaard’, horen we Posthuma grommen. ‘Hoe weet Drayer zo zeker dat hij niet aan ideologische duiding doet?’
Postuma zegt zich te identificeren met de vervolgde heks. In Hofhuis’ dissertatie mist ze feministische denkers als Silvia Federici en Mona Chollet. Ook de deelnemers aan het Heksenmonument-manifest (is de term ‘heksisten’ iets?) verwijzen veelal naar de Italiaans-Amerikaanse wetenschapster Federici. Haar boek Caliban and The Witch is niet oud (2004), maar nu al opgenomen in uitgeverij Penguins reeks van Modern Classics.
Grof samengevat zegt Federici: het is geen toeval dat de heksenvervolgingen samenvallen met een bloeiperiode van het kapitalisme. De kerk en het kapitaal behoefden meer kinderen (voor productie en omzet) en dus werd seksualiteit die ‘non-productief’ was als zondig of duivels verklaard, om vrouwen in het gareel te krijgen en louter te baren, baren, baren. Voor de Europese elite was het noodzakelijk haar politieke en economische hegemonie te consolideren, door een duidelijkere sociale hiërarchie af te dwingen. Het patriarchaat moest de vrouw temmen: de vervolgde heksen waren vaak oud en wijs, genezeressen, vroedvrouwen of seksueel vrije vrouwen. Vrouwen, kortom, die geen mannen nodig hadden. Daarom maakten mannen ze een kopje kleiner. ‘The witch-hunt, was a war against women; it was a concerted attempt to degrade them, demonize them, and destroy their social power.’
In één pennenstreek veegt Federici het werk van talloze historici die haar these niet bevestigen van tafel, omdat die historici vrijwel exclusief mannen zijn: ‘Waardige opvolgers van de zestiende-eeuwse demonologen.’
Ergens doen de heksisten de heks te kort. Ze is een wild dier. Ze past niet in de simpele kooi van een eenduidig verhaal. De heksenvervolgingen vonden plaats tussen 1400 en 1800, op ontelbare verschillende plekken, met verschillende culturen, religies en bestuursvormen. De ergste decennia waren de jaren 1590, 1630 en 1660. Zo’n vijftigduizend werden er ter dood gebracht. De hysterie was notoir endemisch. In Würzburg werden in tien jaar tijd meer dan duizend heksen verbrand; in de dichtstbijzijnde stad vrijwel niet één.
Federici, Chollet en de heksenmonumentbouwers komen met feministische, marxistische verklaringen. Veel psychologen zochten het juist in het onverdraaglijke verdriet van de hoge kindersterfte, de angst voor mislukte oogsten, voor naderend oorlogsgeweld – de heks als een pasklare verklaring voor onbeheersbare rampen. In 2018 publiceerden twee Amerikaanse economen hun these, gebaseerd op een dataset van 43.000 heksenprocessen in 21 Europese landen, dat heksenangst de competitie tussen het katholicisme en het protestantisme reflecteerde. Toen de Reformatie in 1517 losbrak, gaf dat kerkgangers voor het eerst een keuze: blijf bij het oude, of kies iets nieuws. Het zorgde voor een concurrentiestrijd. Door olie op het vuur van de angst voor heksen te storten, konden kerken laten zien hoe serieus ze de geestelijke bescherming van hun geloofskudde namen: de heks als instrument in ‘the marketplace of ideas’.
Dit zou verklaren waarom Duitsland, ‘ground zero voor de Reformatie’, veertig procent van alle heksenvervolgingen kende. Omgekeerd: in landen waar het katholicisme een onaangetast monopolie had, zoals Spanje, Portugal, Italië en Ierland, kwam bij elkaar opgeteld slechts zes procent van alle vervolgingen voor.
Het is een interessante these – zolang je het als these ziet. Niet als feit. Juist de rol van de kerk is dubieus, in die zeldzaamheid dat de kerk eens niet zo dominant naargeestig is als gewend. Wat de ene geestelijke aanmoedigde, raadde de andere af. Een mooi voorbeeld is het boek dat in vrijwel de helft van de bijdragen in Heksenmonument wordt aangehaald, het misogiene Heksenhamer van Heinrich Kramer. In zijn monumentale overzichtswerk The Reformation: Europe’s House Divided (2004) laat Oxford-hoogleraar Diarmaid MacCulloch zien dat het geval Kramer minder eenduidig is dan je zou denken: hij was een beetje een zielig figuur.
Hij had geprobeerd een heksenjacht te beginnen in Tirol, maar daar werd hij weggelachen en verbannen. De lokale bisschop noemde hem een seniele oude man.
Als je in het licht gelooft, geloof je al snel dat in het duister de duivel op de loer ligt
Gefrustreerd trok Kramer zich terug en reageerde zich af door Heksenkamer te schrijven. Hij was de boze man achter een toetsenbord avant la lettre.
Vanuit Rome kreeg Kramer een goedkeuring om als inquisiteur aan de slag te gaan, maar de theologen om hem heen keerden zich van hem af en veroordeelden zijn boek als onethisch en illegaal. Dat Heksenhamer uiteindelijk werd uitgeven met een tweede auteur op het voorblad, Jacob Springer (die waarschijnlijk niks met het boek te maken had; hij was bovendien al overleden toen hij als auteur werd toegevoegd) is veelzeggend; een handigheidje van de uitgever; Springer had wél een goede reputatie.
Anders dan Federici of de heksenmonumentbouwers vaak schrijven, kwamen de vervolgingen zelden voort uit de aristocratie of het gezag. James I was een uitzondering. Heksenprocessen vonden vaak juist plaats op plekken waar de centrale overheid afwezig was. Hopkins en Stearne konden hun heksenjacht uitvoeren omdat ze in een vreemd machtsvacuüm zaten dat door de Engelse Burgeroorlog werd veroorzaakt. Toen de magistratuur uitvond waar Hopkins en Stearne mee bezig waren (omdat een lokale dominee campagne tegen ze voerde), maakten ze zich uit de voeten en hielden hun vervolgingen op.
Treffend wordt dit ook beschreven in The Ruin of All Witches (2020), de onverwachte bestseller van Malcolm Gaskill, de Britse doyen van heksenonderzoek. Gaskill vond een enorme lading documenten rond de rechtspraak over Mary en Hugh Pearson, een echtpaar dat elkaar beschuldigde van hekserij. In het verafgelegen dorpje Springfield, Massachusetts vonden de lokale rechters een berg bewijs dat ze allebei heksen waren; toen Mary en Hugh naar de professionele rechtbank in Boston werden gestuurd, viel de aanklacht vrijwel direct uit elkaar. Het bewijsmateriaal bestond uit dromen, uit noodweer en kinderziektes en uit verdachtmakingen over, echt waar, een pudding die op een onverklaarbare manier in elkaar was gestort. Er viel niets te bewijzen.
Dit is sowieso iets dat haaks staat op de wijdverspreide overtuiging dat als je ene buurman je beschuldigde van hekserij, de andere buurman al de lucifers pakte: de helft van de heksenprocessen eindigde in vrijspraak.
De aan Oxford verbonden historicus Ritchie Robertson begint zijn overzichtswerk van de Verlichting – efficiënt getiteld The Enlightenment (2021) – niet voor niets met heksen. We denken dat vervolgingen, met al hun atavistisch bijgeloof en onredelijkheid, uit de Middeleeuwen voortkomen. Maar ze horen juist bij de ontluikende moderniteit, zegt Robertson: het antwoord op bijgeloof was rede, het antwoord op beschuldigingen van het bovennatuurlijke was wegen, meten, procederen, bewijsmateriaal – het is het begin van de wetenschappelijke wereld.
Blijft over: misogynie. Misogynie moet je niet willen debunken. Vrijwel alle cultuur in de Vroegmoderne Tijd had een misogiene smaak – vrouwen hadden niet dezelfde rechten als mannen, kregen niet dezelfde talenten en denkvermogens toegeschreven. Kramers Heksenhamer sloeg aan omdat het handig inspeelde op een wijdverspreid idee dat vrouwen zwakker stonden tegenover het kwade.
Maar zoals Federici zegt: een oorlog van mannen tegen vrouwen? Nee, want zoals de beroemde casus van Salem laat zien: vrouwen werden weliswaar vaker beschuldigd van hekserij (ongeveer driekwart), maar vrouwen waren net zo vaak ook de beschuldigers. Een heksenproces was zelden een kwestie van één aanklager tegenover één beschuldigde. Vaker bemoeide het hele dorp zich ermee en zeker in kleine agrarische gemeenschappen waren vrouwen in de meerderheid, omdat ze een aanzienlijk hogere levensverwachting hadden dan mannen. It takes a village, als het ware.
Maar uiteindelijk komt het op iets anders aan. De stringent feministische lezing van de heksenvervolging gaat zozeer uit van het werk van een kwade genius – het kapitalisme, de kerk, het patriarchaat – dat het de meest menselijke verklaring over het hoofd ziet. Namelijk dat mensen daadwerkelijk in heksen geloofden. De aanklacht van hekserij was geen smoesje, geen masker, geen maniertje om iets anders te bewerkstelligen. Zoals de Pulitzerprijs winnende Stacy Schiff haar geschiedenis van Salem, The Witches (2015), begint: ‘De lucht boven New England was kraaizwart, pikzwart, bijbel-zwart, zo donker dat het moeilijk zou zijn om ’s avonds een pad te kunnen volgen, zo donker dat een boomgrens opeens niet blijkt te zijn waar je denkt dat hij is of dat je je na zonsondergang achtervolgd waant door wat een wild varken blijkt te zijn.’ Iedereen geloofde in God, in zijn zoon, in zijn engelen. Iedereen geloofde dat de hostie zijn lichaam was, de wijn zijn bloed. En als je in het licht gelooft, geloof je al snel dat in het duister de duivel op de loer ligt.
Vanuit onze 21ste eeuw vinden we heksen onschuldig, omdat we geloven dat hekserij niet bestaat. In de Vroegmoderne Tijd was niemand dat met ons eens geweest. Mensen omgaven hun huizen met allerhande symbolen en rituelen om het kwade op afstand te houden. Er waren talloze mannen en vrouwen die zich specialiseerden in zulke bezweringen, en die zichzelf daadwerkelijk als heks zagen. In zijn Oxford-handboek Witchcraft (2010) citeert Malcolm Gaskill een zeventiende-eeuwse Engelsman die de ironie opmerkte dat mensen vaak heksen werden om zich te beschermen tegen heksen.
Van Steije Hofhuis tot Stacy Schiff, geen historicus houdt misogynie als de monocausale oorzaak voor de vervolgingen overeind. ‘Uiteindelijk’, schrijft Gaskill, ‘werden vrouwen vervolgd omdat ze heksen waren, niet omdat ze vrouwen waren.’
Stacy Schiff zei onlangs dat ze over Salem wilde schrijven omdat er zulke nadrukkelijke parallellen tussen toen en nu te trekken zijn. Vooral, zei ze, tussen de orale traditie van toen en sociale media nu. Toen kon je elkaar met een fluistering kapotmaken, een gerucht dat als een vuurtje door het dorp ging voordat dit rechtgezet kon worden. Sociale media doen nu hetzelfde – iemands reputatie kan in een handomdraai gedecimeerd worden.
Schiff zei dit overigens in de podcast The Witch Trials of J.K. Rowling, een van de best beluisterde, meest besproken en – zoals dat met alles gaat wat aan Rowling raakt – meest gehate podcasts van het afgelopen jaar, omdat de kinderboekenschrijfster zich, een zeldzaamheid, urenlang liet interviewen.
Podcastmaakster Megan Phelps-Roper probeerde het levensverhaal van Rowling te vertellen via het model van de heksenvervolging. Dat begon in de Verenigde Staten. De Harry Potter-boeken werden rond de millenniumwisseling een hype, net na de Columbine-moorden, die werden aangesticht door twee pubers die zichzelf satanisten noemden. Aangemoedigd door sensationele media creëerde dit een klimaat waarin ouders het gevoel hadden dat ze kinderen moesten beschermen tegen andere kinderen. Dit is, zeggen verschillende historici in de podcast, vrijwel de enige constante in uitbraken van heksenpaniek; een drukkend gevoel dat kinderen geïndoctrineerd en aangevallen worden.
In enkele Zuidelijke staten spanden ouders samen tegen de Harry Potter-boeken – want was een tovenaarsleerling geen duivelsgezant? Er werd zelfs een ouderwetse boekverbranding georganiseerd. Uiteindelijk oordeelde een rechter dat de eis van de conservatieve ouders tegen de grondwet ging – een uitspraak die, ironisch genoeg, nu nog wordt aangehaald om lhbtqi-boeken te verdedigen.
Een van de advocaten die tegen Rowling procedeerde komt in de podcast aan het woord en lacht er een beetje ongemakkelijk om. Hij weet niet wat hem en zijn cliënten bezielde. In de tussenliggende tijd heeft hij de boeken gelezen en vond ze geweldig. ‘Doe mevrouw Rowling de groeten van me.’
Ook dat is een directe parallel met een zeventiende-eeuwse rechter in Würzburg, die dertig jaar na de heksenprocessen in de stad aankwam, de jurisprudentie doornam en niet kon begrijpen wat voor gekte er hier was neergedaald.
De plottwist is natuurlijk dat Rowling in de tussenliggende jaren van positie is veranderd, van iemand die onheus werd beschuldigd van het indoctrineren van kinderen, naar iemand die nu de trans-gemeenschap ervan beschuldigt kinderen te indoctrineren. Het is niet te doen dit debat hier samen te vatten. Rowling zegt keer op keer niet transfoob te zijn, dat ze veel empathie voelt voor jongeren die genderdysforie ervaren. Maar uiteindelijk, zegt ze, komt het er voor haar op neer dat ze nog nooit enig bewijs heeft gezien dat je niet op je dertigste over je genderdysforie bent heen gegroeid. Dat klinkt niet als hatespeech, maar voelt toch als het wegrelativeren van wat voor veel mensen een levenskwestie is. Zeg maar eens tegen een veertienjarige: ‘Joh, wacht maar tot je dertig bent.’
Empathie is je verplaatsen in leed en leven van iemand anders. Maar empathie is ook weten dat je je nooit helemaal kunt verplaatsen in iemand anders, weten dat je als wit persoon nooit echt kunt voelen hoe het voor iemand van kleur is om gediscrimineerd te worden, of dat je als cis-persoon nooit echt kunt beseffen hoe het is om genderdysfoor te zijn.
Hoe dan ook levert het een droeve patstelling op: ik word als heks weggezet, zegt J.K. Rowling. Wij worden als heks weggezet, zeggen de leden van de trans-gemeenschap in de podcast.
Wat The Witch Trials in ieder geval laat zien, is dat we weliswaar niet meer in heksen geloven, maar dat de heksenvervolging een nog steeds heersende blauwdruk is. Zoals Bregje Hofstede opmerkt in Heksenmonument, na een uiteenzetting over de historische heks: ‘Maakt het eigenlijk uit?’
Je kunt discussiëren over de historische heks, maar dat misogynie bestaat is evident. Net als dat we in tijden leven – net als in de Vroegmoderne Tijd – waarin de maatschappelijke positie van de vrouw verschuift, en dat dat een gifgroen reservoir van vrouwenhaat doet omkieperen. Zoals het ook niet te missen is dat die vrouwenhaat vaak de vorm van een heks aanneemt – het is een beeld dat diep in ons culturele dna zit.
Het ‘intergenerationele trauma’ waar in Heksenmonument over wordt gesproken klinkt zweverig, maar je kunt niet ontkennen dat de heks een intergenerationeel haatsymbool is. Het was het enige wat Geert Wilders twitterde toen Sigrid Kaag in de Volkskrant een stuk schreef over, nota bene, empathie en luisteren naar elkaar: ‘Heks’. NRC-cartoonist Ruben L. Oppenheimer, nooit te beroerd om een stigma nog eens op te poetsen, tekende Kaag die op een bezemsteel de Twin Towers in vloog. Al tijden achtervolgt de hashtag #kaagheks haar. Jaar des Heren 2022: brandstapelangst zal zelden zo acuut en actueel zijn geweest als die keer dat een gek met een brandende fakkel bij Kaag thuis voor de deur stond.
Juist hierom roepen Hofstede en anderen om de heks als geuzennaam te omarmen – als een manier om aan te geven dat je de brandstapelangst in jezelf weet te blussen.
Het doet denken aan Robert Eggers’ horrorfilm The Witch (2015). Zie het als het tegenovergestelde van de heksen in Macbeth: de tiener Thomasin speelt kiekeboe met haar pasgeboren broertje, Samuel. Het is ergens halverwege de zeventiende eeuw, in New England. Thomasins vader is wegens een religieus dispuut verbannen uit het puriteinse dorp. De puriteinen waren hem niet puriteins genoeg. Ze wonen nu solitair aan de rand van een bos, dat naast hun boerderij grauw oprijst.
Kiekeboe! doet Thomasin, en Samuel lacht.
Kiekeboe! doet Thomasin, maar nu is Samuel weg.
Een heks moet hebben toegeslagen. Het sinistere omcirkelt hen. Wanneer ze de geit melken spuit hij bloed, de hond wordt in zijn eigen ingewanden teruggevonden, er is een zwarte geit die ze Zwarte Philip noemen. Uiteindelijk verdwijnen ook haar andere broertjes, komt haar vader gruwelijk aan zijn einde en moet Thomasin haar waanzinnige moeder doden uit zelfverdediging.
En dan spreekt Zwarte Philip tot Thomasin. Zijn stem is warm in de nacht, zij is koud als een steen.
‘Wilt gij de smaak van boter kennen? Een mooie jurk? Wilt gij heerlijk leven?’
En in het volgende shot, het laatste van de film, loopt Thomasin naakt het bos in waar naakte vrouwen wild rond een vuur dansen. Thomasin sluit zich aan en een gloed van verrukking trekt over haar gezicht.

Op YouTube staan onder het fragment talloze opmerkingen dat dit een bizar einde is, onbegrijpelijk. De duivel wint. Maar dat is niet de betekenis: The Witch is een bevrijdingsverhaal. Thomasins ‘ja’ is het eerste moment in de film dat ze zelf een keuze maakt, dat ze loskomt van de tirannie van haar vader, van religie, van de verwachtingen die haar als meisje opsluiten. Tussen de naakte heksen zien we haar voor het eerst lachen. Ze is een heks. Ze is vrij.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Laatste vrouwenberichten uit de media

Shell-topman Wael Sawan: ‘Je kan Shell om zeep helpen, of ons laten proberen het spel in de goede richting te duwen’ – NRC
21 juli 2024

Met gratis kinderopvang in Zeeuws-Vlaanderen gaat 60% van de ouders werken of meer werken
21 juli 2024

‘Bedrijven die AI negeren, verdwijnen binnen vijf jaar’
19 juli 2024

De anti-Europese Patriotten willen de EU van binnenuit slopen, maar stuiten op een muur van tegenstand | de Volkskrant
14 juli 2024

Goede opvang voor kinderen is economisch gezien een no-brainer – maak het daarom een publieke zaak
13 juli 2024

Children’s daily sugar consumption halved just a year after tax, study finds | Sugar | The Guardian
11 juli 2024

De toekomst is niet aan cijferfetisjisten
11 juli 2024

‘Debat over zzp’ers wordt niet altijd gevoerd op basis van de juiste cijfers’
8 juli 2024

Personeelstekort? 100.000 mensen willen omscholen tot pedagogisch professional – Kinderopvangtotaal
7 juli 2024

De boer van de toekomst zaait elke paar meter een ander gewas – NRC
7 juli 2024

Overgrote meerderheid wereldbevolking wil ambitieuzer klimaatbeleid van zijn land zien | Change Inc.
22 juni 2024

New Test Detects Parkinson’s 7 Years Before Most Symptoms Show : ScienceAlert
20 juni 2024

BBB vindt Europese natuurherstelwet een ‘schoffering’
18 juni 2024

AI discovers new rare-earth-free magnet at 200 times the speed of man – AI in de politiek
18 juni 2024

Plots was daar Thierry Aartsen van de VVD. Ik kon mijn oren niet geloven | de Volkskrant
8 juni 2024

Halla Tómasdóttir, verdediger van diversiteit en gendergelijkheid, gekozen tot president van IJsland | de Volkskrant
2 juni 2024

Kiezer eensgezind over streven naar duurzamere landbouw, maar haakt af bij concrete voorstellen | de Volkskrant
31 mei 2024

Rabobank: ingrepen van de coalitie kosten meer dan ze opbrengen
30 mei 2024

Plastic voedselverpakkingen bevatten duizenden verschillende soorten chemicaliën: wat gebeurt er als je die doorslikt?
27 mei 2024

Rijk worden? Word EU-lid! Na twintig jaar verdient een Sloveens gezin nu meer dan een Brits gezin – De Correspondent
15 mei 2024