Commentaar Vrouwenpartij: ook de Wetenschappelijke (Advies)raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wijst op de vele miljarden die volstrekt onnodig verspild worden aan subsidies en belastingkortingen aan de grote gevestigde bedrijven door hun succesvolle en uiterst machtige lobby.
Boven water
Het thema van de Vrouwenpartij dat ‘alles’ wat tot nu toe succesvol verborgen is gebleven naar de oppervlakte drijft en geopenbaard wordt, heeft ook hier een voorbeeld: hoe misstanden in de lobby- en subsidiecultuur van regering en overheid aan de onwetendheid onttrokken worden.
De fiasco’s van zelfregulering
Ook de WRR ziet het failliet van zelfregulering en vrijwillige afspraken. Zelfregulering heeft geen enkele maal gewerkt en is een vorm van lobby waardoor jaren van uitstel gerealiseerd wordt. We zien het bij de suikertax, bij biologische en gezonde producten, de vliegtax, bij de verpakkingsindustrie, bij de automobiel industrie, de tobintax en de (minieme) belasting op aandelentransacties, etc.
De WRR komt met de conclusie dat het belasten van schadelijke producten de enige juiste optie is, en het subsidiëren van milieuvriendelijke alternatieven een ineffectieve oplossing is.
De meeste consumenten zijn te prijsgevoelig om duurdere, maar gezondere, producten te kopen of producten die veel beter zijn voor het milieu en het klimaat. Producten die gezonder en milieuvriendelijker zijn behoren goedkoper te zijn om de consument te bewegen voor die producten te kiezen. Het duurder maken van ongezonde en milieu onvriendelijke producten is de enige werkzame optie.
Wie houdt zulke oplossingen, die goed voor ons zijn, tegen? De regering samen met de lobby’s van de grote bedrijven is het eenvoudige antwoord. Dat hoort een verbijsterend antwoord te zijn, maar de werkelijkheid is dat de regering aan de kant van de grote bedrijven staat en zelden aan de kant van de burger.
Voor de consument goedkoper en voor de producent duurder
We weten dat iets slecht is voor het klimaat en het milieu, maar het is altijd weer de prijs die voor de meeste mensen de barrière vormt om voor het goede alternatief te kiezen. Voor de consumenten is een lagere prijs de oplossing en voor grote bedrijven is het onaantrekkelijk maken van foute producten (die de winst onacceptabel drukken) de oplossing.
Een ‘True Price’ berekening is een juiste benadering om lastenverzwaring voor bedrijven te bewerkstelligen. Wat is de prijs die we (gaan) betalen voor gezondheidsproblemen? Wat is de prijs die we moeten gaan betalen voor grotere en hevigere klimaatveranderingen als droogte, branden, wateroverlast, verzakkingen, migraties, en de effecten op verhoogde inflatie? Die kosten horen bij de prijs van producten in rekening te worden gebracht. Daarmee ontstaat de Ware Prijs (True Price) van een product. De gevolgen van zo’n strategie zijn natuurlijk immens. ‘Foute’ producten (ongezond en/of klimaatvijandig) concurreren zichzelf direct uit de markt.
Onze toekomst is al aangebroken
Nu willen we onze ogen nog sluiten en blijven SUV’s populaire aankopen ondanks alle klimaatgevolgen. Nu leven we er nog van, maar wat als je 10 jaar eerder dan nodig gezondheidsproblemen krijgt die je tot het einde van je leven last bezorgen of gehandicapt maken? En is het niet de tijd om ons voor te stellen in welke ongezonde en gevaarlijke wereld onze kinderen en kleinkinderen zullen moeten leven? Een wereld waar de meeste gezondheidsaandoeningen vroeger in het leven optreden en in aantal toenemen?
Kwaliteit van leven is ons grootste goed, toch? Het belangrijkste in ons leven was toch gezondheid? Is het geen tijd om daar verantwoordelijkheid over te nemen? Niet afwachten, niet treuzelen, maar aanpakken. En dat willen we ook aan de komende regering vragen: treed op namens het goede voor ons en verberg niets van het slechte voor ons. Niet meer focussen op geld en macht, maar op bestaanszekerheid, op menselijkheid, op gezondheid (‘voorkomen is beter dan genezen’), op durf!
Lees hier het artikel: Adviesraad maakt korte metten met lobby- en subsidiecultuur
Bron: fd.nl
Marijn Jongsma
14 september 2023
FD: Adviesraad maakt korte metten met lobby- en subsidiecultuur
In het kort
– De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is zeer kritisch over het bedrijfsbeleid van de overheid.
– In plaats van grote bedrijven te ‘pamperen’, moeten er duidelijke heffingen en normen komen die het gedrag van consumenten en concurrenten sturen.
– De WRR waarschuwt voor een sterke lobby en ziet weinig in zelfregulering en convenanten.
De overheid moet stoppen met het ‘pamperen’ van gevestigde bedrijven met subsidies en belastingkortingen, en maatschappelijke doelen nastreven door strenge normen en heffingen op te leggen. Een nieuw op te richten publiek-private bank kan het nodige investeringsgeld vrijmaken.
Dat bepleit de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid aan de vooravond van Prinsjesdag en nieuwe verkiezingen.
Het onafhankelijke adviesorgaan kraakt in het rapport Goede zaken harde noten. De WRR sluit hiermee aan bij een reeks economen en ambtenaren die vraagtekens plaatsen bij de miljardenfondsen voor energietransitie en stikstofaanpak. Het ter beschikking stellen van grote sommen geld is volgens hen een ineffectieve manier om de beoogde milieudoelen te bereiken.
Meebewegend toezicht
Bij het nastreven van maatschappelijke doelen is de overheid te veel gericht op gevestigde belangen die zich hebben verenigd in een sterke lobby, stelt de WRR vast. Sommige bedrijven worden volgens de denktank ‘uit de wind gehouden’ met fiscale regelingen en ‘meebewegend’ toezicht. ‘Zo biedt de innovatiebox vooral voordelen voor winstgevende grote bedrijven en leidt een soepele omgang met inspectieregels in de industrie tot gezondheidsrisico’s voor omwonenden.’
Deze ‘selectieve bescherming’ past in een lange traditie van het Nederlandse bedrijfsbeleid, zo schrijft de raad, ‘maar is zelden een recept voor succes‘ en ‘creëert het gevaar dat bedrijven te weinig gebruikmaken van hun innovatieve vermogen’. In de chemie bijvoorbeeld zijn de investeringen in duurzaamheid zó groot, dat bedrijven daarmee het liefst zo lang mogelijk wachten. De WRR ziet weinig in zelfregulering en vrijwillige afspraken (convenanten): te vrijblijvend en te veel beïnvloed door grote spelers.
Volgens de WRR ‘is grotere waakzaamheid geboden’ waar het gaat om de invloed van bedrijven op het beleid. Het rapport pleit voor meer transparantie over lobbycontacten en verwevenheid tussen bestuurders, toezichthouders en ondernemingen. En: ‘Zorg dat overheden over voldoende kennis van zaken beschikken om private partijen van repliek te dienen’. De weg naar financiële steun is vaak de weg van de minste weerstand, analyseert de WRR, maar het levert te weinig op. ‘Het uitgangspunt van het beleid dient te zijn: geen steun, tenzij.’
Suikertaks
Wat moet er wel gebeuren om bijvoorbeeld milieudoelen te halen? Het belasten van schadelijke producten werkt beter dan het subsidiëren van milieuvriendelijke alternatieven, benadrukt de raad, omdat meerdere marktpartijen worden geprikkeld. De vervuiler heeft een financiële reden om de vervuiling terug te dringen, consumenten zoeken duurzamere (want goedkopere) alternatieven en de aanbieders daarvan krijgen een stimulans om meer te produceren. Volgens de raad blijkt bovendien dat subsidiëring vooral de grote, gevestigde partijen bevoordeelt — nog los van het nadeel dat het de overheid geld kost.
‘In het politieke debat is er veel aandacht voor de gevestigde ondernemingen die bij beprijzing door hogere kosten worden geraakt’, schrijft de WRR. ‘Minder aandacht is er voor ondernemingen die juist baat hebben bij deze beprijzingsmaatregelen. Ondernemers die bijvoorbeeld voedingsmiddelen produceren met weinig suiker, hebben in principe baat bij een suikertaks.’ Naast de gevreesde ‘weglekeffecten’, waarbij bedrijven productie naar minder strenge landen verplaatsen, zijn er volgens de WRR dus ‘aantrekeffecten’.
De denktank pleit, waar mogelijk, voor de combinatie van beprijzing en ‘dynamische normering’. In de Europese Unie is dit met succes toegepast: motoren werden schoner door de uitstooteisen steeds iets verder aan te scherpen.
Nieuwe bank
Daarnaast stelt de WRR voor om staatsfondsen Invest-NL en het Nationaal Groeifonds te laten opgaan in een nieuwe publiek-private investeringsbank met ‘een duidelijke missie’. Voor de grote investeringen die moeten worden gedaan voor de omschakeling naar duurzame energievoorziening schieten de huidige kanalen tekort, zo is de inschatting.
Een nieuwe bank dwingt de overheid een koersvast beleid te voeren en is een alternatief voor commerciële banken die leningen voor verduurzaming nu te riskant vinden. Voor onder meer pensioenfondsen zou de deelname aan zo’n instelling ‘een uitgelezen kans’ zijn om geld voor lange tijd weg te zetten. ‘Uiteindelijk biedt een publiek-private investeringsbank een manier om weerstand te bieden aan wispelturige financiële markten én veranderlijk overheidsbeleid.’