Commentaar Vrouwenpartij: de Vrouwenpartij heeft sinds haar ontstaan gehamerd op preventie als de enige effectieve manier om gezondheidszorg betaalbaar en uitvoerbaar te houden.
Waar speelt Preventie geen rol
Onder preventie valt niet het geel spuiten van landbouwgebieden met glyfosaat, het elke week besproeien van lelievelden met 1 van 18 verschillende pesticiden, het onbelast toelaten van hoogst ongezond UPF voedsel (Ultra Processed Food), het toelaten van gebruik van nanoplastics, het blijven toelaten van (nieuwe) PFAS verbindingen. Allemaal stoffen die een ieder van ons in het lichaam heeft gekregen door het principe van preventie niet toe te passen.
Elke stof blijft onder de wettelijk toegestane grens is de verdediging. Maar is ooit onderzocht wat het effect is van tientallen van zulke stoffen die we dagelijks binnen krijgen, het effect van stapelen? Uiteraard niet, want het resultaat van stapelen zal zeker grote maatschappelijke onrust veroorzaken, zal zeker banen kosten en zal zeker bedrijven over de grens jagen en onze economie bedreigen. Onze gezondheid lijkt niet meer dan een sluitpost.
Is dat omdat de beleidsmakers allen behoren tot de hogere inkomensgroep en gemiddeld niet 14 jaar korter in goede gezondheid zullen leven dan de lage inkomensgroep?
Gezondheid in alle beleidsterreinen?
Het voornemen van het kabinet om de factor gezondheid te gaan betrekken bij het maken van alle beleid is lovenswaardig, maar alle eerdere besluiten vallen daar niet onder. De vergiftiging van ons lichaam door zovele giftige stoffen uit onze omgeving blijft daarmee in tact. En let wel, de effecten van al die stoffen op onze gezondheid en levensverwachting zijn, wat we niet zouden verwachten, vrijwel geheel onbekend. Die effecten zullen we mondjesmaat te horen krijgen als de overheid zulk onderzoek wil subsidiëren. Maar de vraag blijft of de politieke wil bestaat om zulk wetenschappelijk onderzoek grootschalig te beginnen.
De beste en meest noodzakelijke Preventie instrumenten
– Universeel Basisinkomen (UBI): het dichten van de inkomenskloof is misschien wel het meest noodzakelijk voor een veilige toekomst. Een UBI biedt een onvoorwaardelijke bestaanszekerheid voor alle minderbedeelden en keuzevrijheid in werk voor ‘iedereen’. De oplopende spanningen in onze samenleving zullen hun grond verliezen bij de invoering van een UBI. Het positieve effect op onze algemene gezondheid zal enorm zijn.
– Alle producten die onze gezondheid versterken BTW-vrij maken en alle producten die onze levensverwachting verlagen, waaronder suiker en vet, extra belasten.
– Pesticiden stapsgewijs in 5 jaar geheel verbieden, PFAS gebruik in producten direct verbieden en een forse nano-plastic belasting invoeren.
– In alle beleidsmaatregelen de menselijke maat bij de burger centraal stellen en niet de factoren van nu: geld en/of macht.
– AI advies verplicht stellen bij alle overheidsbeslissingen en deze openbaar maken.
– Burgerinitiatieven en burgerraden serieus ondersteunen en betrekken bij lokale en landelijke besluitvorming.
– Inbreng verbetering ideeën en het stemmen via DiGiD mogelijk maken, in plaats van alles laten bepalen door een lokale ambtenaar en ambtenaren in Den Haag.
– Het absolutisme van ‘Regels zijn Regels’ afschaffen.
De werking van preventie
Preventie werkt het beste bij vrijheid van de menselijke wil. Betrouwbare informatie en directe persoonlijke feedback motiveert zelfs de mensen met de hoogste weerstand. Mensen volgen normaal gesproken het voorbeeld dat hen het meeste aanspreekt. Voordelen als een verhoogde status zijn daarbij onweerstaanbaar.
Belangrijk is het gegeven dat de gehele samenleving kantelt en meegaat als 20% van de bevolking hen voorgaat.
Lees hier het artikel: Gedrag heeft nauwelijks invloed op gezondheidsverschillen tussen arm en rijk
Bron: fd.nl
Maarten van Poll
15 december 2024
FD: ‘Gedrag heeft nauwelijks invloed op gezondheidsverschillen tussen arm en rijk’
Gezondheid is in Nederland ongelijk verdeeld. Mensen die het maatschappelijk minder goed hebben, leven gemiddeld veertien jaar korter in goede gezondheid dan rijkere landgenoten. Dat verschil ligt maar in beperkte mate aan individueel gedrag, blijkt uit onderzoek. De sociaal-economische status en woonplaats zijn veel belangrijker, en het huidige zorgsysteem kan volgens de analyse weinig uitrichten tegen de zogenoemde gezondheidskloof.
In een toekomstverkenning noemde het RIVM gezondheidsverschillen onlangs nog als één van de vijf belangrijkste opgaven op het gebied van volksgezondheid voor de komende decennia. Het rapport schetst een verontrustend beeld. In 2050 is 64% van de Nederlanders te zwaar, en die toename zit vooral bij jongvolwassenen. Het aantal mensen met dementie verdubbelt. Daardoor groeit de vraag naar zowel professionele als mantelzorg, terwijl er door de vergrijzing minder mensen zijn om die te leveren.
Effectieve preventie is cruciaal om te voorkomen dat de zorg bezwijkt. Het kabinet-Schoof bezuinigt juist fors op allerlei maatregelen die ziekte moeten voorkomen, al werkt staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD) aan een ‘samenhangende preventiestrategie’ die begin volgend jaar moet verschijnen.
Meer hoofdstukken nodig
Veel preventiebeleid gaat over gedrag. Zo heeft het Nationaal preventieakkoord van 2018 drie hoofdstukken: roken, overgewicht en alcohol. ‘Die zullen er altijd zijn, maar ik denk dat we meer hoofdstukken moeten toevoegen’, zegt Johannes Spinnewijn, hoogleraar economie aan de London School of Economics en auteur van een artikel in economenblad ESB, gebaseerd op het eerdergenoemde onderzoek. Op basis van een enorme hoeveelheid data ontrafelde hij met collega’s de oorzaken van gezondheidsverschillen.
‘Veel ziekte is onverklaarbaar’, zegt Spinnewijn in een telefonische toelichting. ‘Maar van de variatie die we wel kunnen uitleggen, hangt ongeveer een derde samen met sociaal-economische verschillen, en nog eens een derde met de woonplaats. 10% heeft te maken met werk, 10% met de gezondheid van de ouders, en 10% met de individuele gedragingen die we meten. Roken en alcohol zijn ontegenzeggelijk slecht voor de gezondheid. Maar we kennen er teveel gewicht aan toe.’
Opvallende afwezige in het rijtje is de (toegang tot) zorg. Zijn mensen eenmaal ziek, dan verschillen de uitkomsten tussen de inkomensgroepen nauwelijks, zagen de onderzoekers. Dat is volgens Spinnewijn een teken dat het met de gelijke toegang tot zorg in Nederland behoorlijk goed zit. Alleen de onderste 5% gebruikt duidelijk minder medicatie en kent oversterfte.
Om tot deze inzichten te komen, putten de onderzoekers uit een imposante verzameling data. Via het Centraal Bureau voor de Statistiek onderzochten ze de geanonimiseerde gegevens van 18 miljoen Nederlanders — met informatie over inkomen en socio-economische achtergrond, maar ook het zorggebruik. Via de gekoppelde gegevens van de zorgverzekeraars kunnen ze afleiden of iemand leed aan een of meer chronische aandoeningen, en in hoeverre die op latere leeftijd tot sterfte leidden. De zogenoemde chronische ziektelast, opgebouwd uit 22 verschillende aandoeningen, maakt het mogelijk om de veroudering van mensen over de levensloop te analyseren.
Veertigste levensjaar
Een belangrijk verschil met eerdere analyses is dat deze studie niet uitgaat van sterftecijfers. ‘Overlijden is een extreme uitkomst, en je doet het maar één keer’, zegt Spinnewijn. ‘Als we alleen daarnaar kijken, missen we dus heel veel informatie over de evolutie van de ziekte. We kunnen de analyse veel eerder beginnen, want de uiteindelijke oorzaken van die sterfte zijn al vroeger zichtbaar.’ Ook richten veel onderzoeken zich op een specifieke ziekte. ‘Wij kunnen meer doen dan één aandoening uitlichten: we doen het licht in de kamer aan, en zien hoe dingen met elkaar samenhangen.’
Zo wordt duidelijk ‘wat er echt toe doet en wat er minder toe doet, en ook wanneer we ons zorgen moeten gaan maken’. Gezondheidsverschillen ontstaan veel eerder dan de onderzoekers verwacht hadden. Rond het veertigste levensjaar is de helft van de kloof tussen arm en rijk al waarneembaar. Hart- en vaatziekten, diabetes, en ook psychische aandoeningen slaan al vroeg toe.
Als het om gezondheidsverschillen gaat, is het lastig om oorzakelijke verbanden aan te tonen. Dus: armere mensen hebben vaker overgewicht, maar komt dat ook doordat ze arm zijn? Of is het andersom, en verliezen mensen met bepaalde gezondheidsproblemen inkomen? De analyse van Spinnewijn en zijn collega’s laat zien dat 60% van de gezondheidskloof in Nederland te wijten is aan snellere veroudering bij mensen met lagere inkomens. De overige 40% komt doordat mensen met chronische aandoeningen minder gaan verdienen.